Een wereldwijde pandemie: een omvangrijke opdracht voor GGD West-Brabant
Sectormanager Mark van Beers en Arts Infectieziektebestrijding Esther Lodder zien corona twee jaar terug op West-Brabant afkomen en staan op dat moment namens de GGD klaar voor (medisch inhoudelijk) crisismanagement. De herinnering aan die eerste begintijd is levendig. Beide vertellen over de opdracht waar GGD West-Brabant sindsdien voor staat.
Welke uitdaging(en) zagen jullie op de GGD afkomen?
Esther: Er kwam in Brabant nogal wat op ons af! Ik herinner me het moment nog goed dat ik, met enige voorkennis, thuis op de bank wachtte tot oud-coronaminister Bruno Bruins de eerste Nederlandse besmetting live op tv bekend maakte. De eerste besmetting in Loon op Zand maakte indruk, zeker voor onze collega’s van GGD Hart voor Brabant. We leefden enorm met hen mee.
Mark: Ik had er een slapeloze nacht van. Na de bekendmaking op donderdagavond kwamen de GGD’en Hart voor Brabant en West-Brabant en de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant op vrijdagochtend meteen bij elkaar voor crisisoverleg.
Esther: Op zaterdagavond belde mijn dienstdoende collega met de mededeling dat ook iemand uit West-Brabant besmet was geraakt. De volgende ochtend vroeg, zat ik in een call met het RIVM, het Erasmus MC, het Beatrixziekenhuis en GGD Rotterdam-Rijnmond. Zij waren in verband met ziekenhuisopnamen ook betrokken bij deze case. In die periode dacht ik: we bereiden ons zo goed mogelijk volgens de richtlijnen van het RIVM voor. Als we allemaal ons werk goed doen is deze situatie vast snel voorbij.
Mark: Ik denk dat we ons dat optimisme allemaal wel kunnen herinneren. Maar die gezonde dosis hoop duurde niet lang! In Brabant liepen de IC’s razendsnel vol met coronapatiënten en ontstonden er grote problemen bij verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorginstellingen (de VVT). Toch hield het RIVM destijds nog vast aan strenge testcriteria, zoals een bezoek aan bepaalde gebieden in China of Italië en het hebben van hoge koorts.
Esther: We vertrouwden het in onze regio niet. Al snel bleek uit onderzoek van het Amphia Ziekenhuis en Microvida, het medisch laboratorium waar de GGD mee samenwerkt, dat veel Brabantse zorgmedewerkers op dat moment besmet waren. Niet alleen mensen met duidelijke verschijnselen zoals hoge koorts dus.
Mark: We beseften dat we niet konden blijven werken zoals we gewend waren en moesten accepteren dat we bijvoorbeeld geen uitgebreid bron- en contactonderzoek konden blijven doen. We gingen grootschaliger testen en door het stijgende aantal positieven werd ook het contact met onze inwoners minder persoonlijk. Een nieuwe fase brak aan en door de inspanningen van de Brabantse GGD’en, zorgorganisaties en medisch microbiologen landde dit besef uiteindelijk ook boven de rivieren.
Voor welke opdracht staat de GGD op dat moment?
Mark: De GGD zorgt allereerst voor monitoring in de regio: we brengen de verspreiding van het virus in West-Brabant in beeld. Ook geven we uitvoering aan het landelijke beleid: we zorgen voor de beschikbaarheid van bron- en contactonderzoeken (BCO), coronatesten en later ook voor vaccinaties. Het aanbod moet aansluiten bij de vraag van deze onvoorspelbare pandemie.
Esther: Dat laatste blijkt in de praktijk regelmatig een uitdaging. De coronagolven zijn soms zo groot dat ik, als ik dat vooraf had geweten, nooit had geloofd dat deze opdracht zou slagen. Ik ben oprecht trots op wat we met zijn allen voor elkaar hebben gekregen.
Mark: Eens! Er heerst onder alle medewerkers een gevoel van samenhorigheid en iedereen zet letterlijk de schouders eronder.
Wat betekende de pandemie medisch inhoudelijk voor de GGD en voor de regio West-Brabant?
Esther: We kregen te maken met zware medische casuïstiek. Er lagen in de begintijd (soms jonge) mensen in kritieke toestand op de IC en mensen gingen dood. De medewerkers van BCO voerden zware gesprekken met de naasten van deze patiënten.
Mark: Zowel voor de mensen in onze regio als onze collega’s was dat een zware tijd. En het ging 24/7 door. Ook buiten werktijd en in de weekenden kwamen er veel inhoudelijke vragen op ons af.
Esther: Toch hebben we laten zien dat de GGD Nederland door een grote en complexe pandemie kan loodsen. Met borging van kwaliteit! Ik realiseer me dat we een échte zorginstelling zijn, die samenwerkt met medisch specialisten van grote en kleine zorgorganisaties, scholen en (gemeentelijke) bestuurders. Daarnaast dragen we samen met (regionale) partners en de andere GGD-regio’s ook op onderzoeksvlak ons steentje bij.
Tijdens de pandemie namen we deel aan meerdere onderzoeken rondom coronatesten. In eerste instantie samen met laboratorium Microvida en later in een groter onderzoeksteam met o.a. het RIVM en het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). Voorbeelden van onderzoeken zijn het gebruik van de antigeen sneltest in de teststraat en de betrouwbaarheid van zelftesten. Het gebruik van de zelftest vanuit huis werd, naast meerdere andere testresultaten, aangepast in het landelijke beleid. Dat betekende weer een paar stappen dichterbij een efficiënte aanpak van de pandemie!
Mark: Ook wil ik de samenwerking met de andere GGD’en in het land extra benadrukken. Tijdens corona zijn er samenwerkingsvormen en overlegstructuren ontstaan die we in de toekomst niet meer loslaten. Dat zijn mooie ontwikkelingen. Toch blijft een scherpe blik noodzakelijk, want lang niet alles wat de coronapandemie ons leerde, is op landelijk niveau in praktijk gebracht. Op het gebied van medische preventie is nog genoeg werk aan de winkel!