Aanpak overgewicht en obesitas
Het doel is dat in 2040:
- Landelijk 38% van de Nederlanders overgewicht heeft in plaats van de verwachte 62%.
- Mensen eten en drinken op een manier die bijdraagt aan een gezond gewicht en een gezond voedingspatroon, met de Schijf van Vijf als uitgangspunt.
Met het GALA wordt deze afspraak uit het Nationaal Preventieakkoord voortgezet.
Een ongezonde leefstijl zoals ongezonde voeding en te weinig beweging of slaap, speelt vaak een rol bij het ontstaan van overgewicht. Vaak gaat het om een optelsom van diverse factoren. Denk aan een combinatie van: teveel (aanbod van) ongezond eten, weinig bewegen, een laag inkomen en wonen in een achterstandswijk.
Daarom is voor een succesvol overgewichtbeleid een goede verbinding nodig tussen het zorg- en het sociaal domein. Met het aanpakken van overgewicht is veel gezondheidswinst te boeken. Het terugdringen van overgewicht draagt positief bij aan de fysieke gezondheid en het mentaal welbevinden van mensen.
Overgewicht in beeld
Cijfers kind & jeugd
GGD West-Brabant heeft in 2022 tijdens screenings de lengte en het gewicht van kinderen gemeten. Hieruit blijkt dat 6% van de 2-jarigen overgewicht heeft en dat er bij 1% sprake is van obesitas. Deze percentages zijn op de leeftijd van 3,6 jaar nog vergelijkbaar met de percentages op 2-jarige leeftijd en nemen daarna toe. Op de leeftijd van 10/11 jaar heeft 13% van de kinderen overgewicht en 3% obesitas. Het aandeel kinderen met overgewicht (inclusief obesitas) verschilt sterk per gemeente.
In de gemeenteprofielen overgewicht* worden cijfers van kinderen per gemeente gepresenteerd en vergeleken met de regio. Op de themapagina voeding en bewegen* is ook informatie opgenomen over voedingsgewoonten en beweeggedrag.
*Kies zelf je gemeente
Bij de interpretatie van de gegevens voor West-Brabant dient rekening te worden gehouden met enkele ontwikkelingen die invloed hebben gehad op de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de overgewichtcijfers vanaf 2018, waaronder het stopzetten van het landelijke project Jeugd in Beeld.
Doelgroepen kind & jeugd
Uit de screeningscijfers van JGZ bij 2-jarigen, 3,6-jarigen en 5-jarigen blijkt dat overgewicht, inclusief obesitas, vaker voorkomt bij meisjes dan bij jongens. Dit verschil is bij 10/11-jarigen verdwenen.
In de Kindmonitor 2021, rapporteerden ouders uit West-Brabant de lengte en het gewicht van hun kind. Bij zelfrapportage is er meestal sprake van onderrapportage (NHG standaard obesitas, 2010). De verwachting is dan ook dat het werkelijke percentage hoger ligt. Wel kunnen we aan de hand van deze cijfers zien dat bij gezinnen die enige tot grote moeite hebben om rond te komen, het percentage kinderen met overgewicht (inclusief obesitas) ruim twee keer zo hoog is als in gezinnen die geen moeite hebben om rond te komen. Als we specifiek kijken naar het percentage kinderen met obesitas ligt dat drie keer zo hoog. Vergelijkbare verschillen zien we ook als we kijken naar het opleidingsniveau van ouders die in het gezin aanwezig zijn en de samenstelling van het gezin (eenouder versus geen eenoudergezin). Ook kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben volgens de Kindmonitor ruim twee keer zo vaak overgewicht als kinderen met een Nederlandse achtergrond en bijna twee keer zo vaak als kinderen met een westerse migratieachtergrond.
Jongvolwassenen, Volwassenen en ouderen
Uit de Gezondheidsmonitors van de afgelopen jaren blijkt (op basis van zelf gerapporteerde cijfers voor lengte en gewicht), dat ruim een kwart van de jongvolwassenen (leeftijd 16 t/m 25-jarigen) in West-Brabant (ernstig) overgewicht heeft (Gezondheidsmonitor 2022). Onder volwassenen (leeftijd 18 t/m 64 jaar) is het percentage overgewicht (inclusief obesitas) 50% (Gezondheidsmonitor 2020). Het valt daarbij op dat er ten opzichte van eerdere jaren een significante toename is in het percentage volwassenen met obesitas van 12% in 2009 naar 15% in 2020. Onder ouderen is het percentage overgewicht (inclusief obesitas) het hoogst, namelijk 60%. 18% van deze ouderen heeft obesitas.
In onderstaande figuur zijn de percentages overgewicht (inclusief obesitas) en obesitas per gemeente weergegeven voor volwassenen. Tussen de haakjes vind je de respectievelijke percentages voor jouw gemeente.
De percentages volwassenen en ouderen met overgewicht en obesitas kunnen per gemeente sterk verschillen. Zie hieronder per doelgroep kaartjes met percentages inwoners met overgewicht (inclusief obesitas) of obesitas per gemeente in 2020.
- Volwassenen met overgewicht (inclusief obesitas)
- Volwassenen met obesitas
- Ouderen met overgewicht (inclusief obesitas)
- Ouderen met obesitas
Doelgroepen jongvolwassenen, volwassenen en ouderen
Op basis van de resultaten uit verschillende gezondheidsmonitors kunnen we bepaalde risicogroepen identificeren waarbij overgewicht en obesitas vaker voorkomen. Hieronder lichten we de relatie tussen overgewicht en de volgende kenmerken toe: migratieachtergrond, sociaaleconomische status, al dan niet kunnen rondkomen, de hoogte van het inkomen, opleidingsniveau en huishoudsamenstelling, geslacht en leeftijd.
Migratieachtergrond
Onder ouderen zien we dat ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond vaker obesitas hebben (28%) dan ouderen met een Nederlandse of westerse migratieachtergrond (18%).
Sociaaleconomische status (SES)
West-Brabanders (18+) met een lage sociaaleconomische status (mensen die geen opleiding hebben, alleen de lagere school hebben gevolgd of het lbo, vmbo of de mavo niet hebben afgemaakt en die tot het laagste inkomenskwintiel behoren), hebben vaker overgewicht dan mensen met een hogere sociaaleconomische status (66% versus 51%). Obesitas komt bijna twee keer zo vaak voor bij inwoners met een lage SES (29%) dan bij inwoners die geen lage SES hebben.
Rondkomen en inkomen
Jongvolwassenen die aangeven moeite te hebben met rondkomen hebben minder vaak een gezond gewicht dan jongvolwassenen die geen moeite hebben met rondkomen.
Geslacht
Onder jongvolwassenen komt matig overgewicht vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (22% versus 15%). Ook ligt het percentage jongvolwassenen met obesitas twee maal zo hoog bij vrouwen dan bij mannen (12% versus 6%).
Het aandeel volwassen mannen met overgewicht (inclusief obesitas) ligt met 53% in 2020 hoger dan dat van vrouwen. Vrouwen hebben echter vaker obesitas dan mannen (17% versus 14%). Onder ouderen zien we eenzelfde beeld.
Wat werkt?
De uitdaging om overgewicht bij kinderen en volwassen terug te dringen zit vooral in het samenbrengen van alle losse onderdelen tot een werkende ketenaanpak.
Een goede opname van de Gecombineerde Leestijl Interventie (GLI) voor volwassenen met overgewicht en obesitas in het sociaal domein is nuttig. Hoe korter de lijnen tussen de GLI-aanbieder, huisarts en medewerkers van het welzijnswerk en schuldhulpverlening bij de gemeente, hoe beter het aanbod kan worden aangepast op de individuele deelnemers. Dit geldt ook voor het Landelijk model Ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas.
Aanpak overgewicht en obesitas
Ketenaanpak kinderen met overgewicht en obesitas
Het Zorginstituut Nederland (ZINL) heeft aangetoond welke onderdelen van de zorg en ondersteuning voor kinderen tot 18 jaar met overgewicht en obesitas onder verzekerde zorg vallen. Hier linkt het GALA aan de afspraken uit het IZA waarbij Kind naar Gezonder Gewicht een van de ketenaanpakken is. Het Landelijke model Ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas is dan ook leidend.
Preventie van overgewicht bij kinderen
De keuze voor een specifieke interventie is mede afhankelijk van de specifieke doelgroep voor wie de interventie bedoeld is en/of het onderliggende gezondheidsprobleem. Denk aan het bevorderen van een gezonde schoolomgeving, een gezonde sportomgeving, een gezonde buurt en wijk, een gezonde vrije tijdsomgeving en een gezonde digitale omgeving. Bijvoorbeeld de JOGG-aanpak, Gezonde School, Gezonde Kinderopvang, Gezonde Buurten, TeamFit en Gezond UIT. De afspraken uit het Nationaal Preventie Akkoord vormen hiervoor het uitgangspunt.
Aanpak overgewicht en obesitas volwassenen: GLI
Volwassenen met overgewicht en obesitas en/of meerdere chronische aandoeningen kunnen gebruik maken van de Gecombineerde Leefstijl Interventies (GLI). De GLI is een programma waarin mensen voor de duur van twee jaar advies en begeleiding krijgen over een gezonde leefstijl. Onderdelen zijn gezonde voeding, gezonde eetgewoontes en beweging. Het doel van de GLI is gedragsverandering om een gezonde leefstijl te bereiken en te behouden.
De GLI-programma’s kunnen, op basis van de doelgroep, grofweg in twee categorieën worden onderscheiden. De volgende GLI’s worden vergoed vanuit de ZVW:
1. GLI-programma’s voor inwoners met alleen overgewicht en/of obesitas. (klik op de titel van een programma voor meer informatie):
Samen Sportief in Beweging
Deelnemers (18 – 80 jaar, met een matig of sterk verhoogd gezondheidsrisico op chronische aandoeningen en een BMI tussen de 25-40 kg/m2) worden na doorverwijzing van de huisarts door een leefstijlcoach in de begeleidingsfase gedurende een jaar begeleid en gemotiveerd om hun leefstijl te veranderen. Ze starten met een basiscursus (8 weken 2x per week coaching op het leren gezond bewegen o.l.v. een beweegprofessional en 1x coaching op het leren gezond eten o.l.v. een voedingsprofessional) gericht op bewegen en gezonde voeding en worden tijdens deze cursus door de beweegprofessionals geleidelijk overgedragen aan beweegaanbieders in de buurt. In de onderhoudsfase monitort de leefstijlcoach de voortgang. De leefstijlcoach coacht en begeleidt de deelnemers op generieke en persoonlijke doelen in individuele consulten en groepsbijeenkomsten om de gedragsverandering nog verder te ontwikkelen en te bestendigen.
de BeweegKuur
Deelnemers (vanaf een matig gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico en een BMI tussen 25-40 kg/m2, eventueel met grote buikomvang en/of co-morbiditeit) gaan gezondheidswinst realiseren door meer te bewegen, gezonde voeding en het laten beklijven van de gezonde leefstijl door gedragsverandering. De leefstijlcoach monitort de voortgang en coacht en begeleidt de deelnemer op generieke en persoonlijke doelen. Daarnaast wordt gezocht en begeleidt naar passende beweegactiviteiten in regulier beweegaanbod.
SLIMMER
Deelnemers (overgewicht en een verhoogd risico op type 2 diabetes (prediabeten) en/of mensen met obesitas (BMI 30+) verbeteren de leefstijl (voedings- en beweegpatroon) om zo obesitas te verminderen. Dit draagt bij aan het verminderen van het risico op type 2 diabetes (voorkomen of uitstellen) en aan sociale participatie en kwaliteit van leven. Het SLIMMER programma bestaat uit een voedings- en beweegprogramma gedurende zes maanden. Daarna start het uitstroomprogramma van 18 maanden, waarbij deelnemers begeleid worden naar lokaal sport- en beweegaanbod en ondersteund door terugkom- en monitoringsmomenten. Gedurende de gehele projecttijd vindt casemanagement plaats.
CooL
Deelnemers (overgewicht met daarbij een verhoogd risico op diabetes mellitus type 2 (DM 2) of cardiovasculaire aandoeningen en volwassenen met obesitas en zijn gemotiveerd) om een leefstijlprogramma te doorlopen. Het CooL-programma is een GLI uitgevoerd door één professional: de leefstijlcoach, die gericht is op het stapsgewijs verbeteren van het leefpatroon om zo een duurzame verandering van de leefstijl te realiseren met als uiteindelijke doel het bewerkstelligen van gewichtsverlies, het verbeteren van de lichamelijke fitheid, het realiseren van gezondheidswinst en het verbeteren van de kwaliteit van leven.
X-Fittt GLI
Deelnemers van X-Fittt GLI (volwassenen (> 18 jaar) met een matig of sterk verhoogd gezondheidsrisico op chronische aandoeningen en een BMI tussen de 25 en 40 kg/m2). De doelgroep is gemotiveerd om ondersteuning te krijgen voor het werken aan en behouden van een gezonde leefstijl. Resultaten zijn o.a. afname van gewicht en middelomtrek en een verhoging van kwaliteit van leven. Vier fasen: 1) Intensieve fase 2) Begeleidingsfase 3) Onderhoudsfasen 4) Nazorgfase. De vijf basisprincipes zijn: Een gecombineerde aanpak van voeding en beweging; Intensieve langdurige begeleiding door een leefstijlcoach; Aangrijpen van determinanten voor gezond gedrag; Groepsgewijze activiteiten. X-Fittt GLI is verbonden aan een beweegcentrum.
2. GLI programma’s voor inwoners met overgewicht en/of obesitas én een specifieke aandoening (diabetes)
Keer Diabetes2 Om
Deelnemers zijn diabetes type 2 patiënten met overgewicht en/of een vergrote buikomvang, die gebruik maken van glucose verlagende medicatie. Het hoofddoel van de leefstijlbehandeling KDO is het omkeren dan wel het in remissie brengen van DM2 in combinatie met een verbetering in kwaliteit van leven bij de deelnemers, door middel van duurzame gedragsverandering. ‘Omkeren’ houdt in dat een deelnemer gezonde HbA1c waarden bereikt met minder of geen diabetes medicatie. KDO bestaat uit een intensief leefstijlprogramma van 6 maanden, met een nazorgtraject van 18 maanden. Gedurende de gehele behandeling vindt casemanagement plaats.
Keer Diabetes2 Om-GLI-Online
KDO GLI is bedoeld voor mensen met overgewicht en/of een vergrote buikomvang en: verstoorde glucosetolerantie of nuchtere glucose (prediabetes) of; een diagnose van diabetes type 2 waarbij geen medicatie gebruikt wordt of; een diagnose van diabetes type 2 waarbij alleen metformine gebruikt wordt (geen medicatie met een risico op hypoglykemie of ketoacidose bij leefstijlaanpassing). Doel is het voorkomen van DMT2 of omkeren dan wel het in remissie brengen van de ziekte door middel van duurzame gedragsverandering. ‘Omkeren’ houdt in dat een deelnemer gezonde HbA1c waarden bereikt met minder of geen diabetes medicatie. KDO GLI bestaat uit een intensief leefstijlprogramma van 6 maanden (behandelfase), met een onderhoudsfase van 18 maanden. Gedurende de behandeling vindt casemanagement plaats. Het programma wordt continu doorontwikkeld op basis van feedback van deelnemers en begeleiders en de resultaten.