Voorkomen en vroegsignalering van middelengebruik
Binnen het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) staan daarbij de volgende doelen centraal:
- Effectieve lokale drugspreventie.
- Het voorkomen van middelengebruik onder jongeren (incl. OKO)
- Leeftijdsgrens op verkoop van alcohol.
- Vroegsignalering van alcoholproblematiek.
- Het terugdringen van roken.
Als het gaat om vroegsignalering en preventie van alcoholgebruik en roken, wordt nadrukkelijk voortgebouwd op de doelen en thema’s rond ‘problematisch alcoholgebruik’ en de ‘rookvrije generatie’ van het Nationaal Preventieakkoord uit 2018.
Cijfers
Om een beeld te krijgen van het middelengebruik onder jongeren is een selectie gemaakt van indicatoren op het gebied van roken, drinken en drugsgebruik.
Roken
Jongeren
Van de jongeren (2e en 4e klas VO) in West-Brabant rookt in 2021 2% van de tweedeklassers en 6,5% van de vierdeklassers minimaal 1 keer per week.
Op het kaartje hieronder zien we dat het aandeel jongeren dat wekelijks rookt verschilt per gemeente.
Jongvolwassenen
In de resultaten van de monitor Jongvolwassenen (16 t/m 25 jaar) uit 2022 zien we dat 18% van de jongeren wekelijks rookt. 14% rookt dagelijks.
Het aandeel jongvolwassen dat wekelijks en dagelijks rookt, neemt toe met de leeftijd. Zo rookt 17% van de 21/25-jarigen dagelijks, waar dit onder 16- en 17-jarigen nog 9% was. Zowel jongvolwassenen met een lager opleidingsniveau als jongvolwassenen die moeite hebben met rondkomen, roken (bijna) twee keer zo vaak dagelijks of wekelijks.
Alcohol
Jongeren
Het alcoholgebruik onder jongeren in West-Brabant is blijvend hoog en ligt hoger dan in de rest van Nederland. Bij de vierdeklassers in onze regio zien we in 2021 dat bijna de helft de afgelopen vier weken alcohol heeft gedronken. Ruim een derde heeft vijf of meer drankjes bij één gelegenheid gedronken (bingedrinken). Onder tweedeklassers zien we in de regio een significante toename in het gebruik van alcohol in de laatste vier weken ten opzichte van 2019. Ruim 1 op de 6 VO2-leerlingen heeft de laatste vier weken alcohol gedronken. Bij 1 op de 10 is sprake van bingedrinken. In onderstaande grafiek zien we het alcoholgebruik onder jongeren per gemeente weergegeven.
Jongvolwassenen
Onder jongvolwassenen gaf in 2022 77% aan de afgelopen 4 weken alcohol te hebben gedronken. Een op de drie jongeren geeft aan dat vrienden het normaal vinden om 10 glazen op één dag of avond te drinken.
Bij jongvolwassenen neemt alcoholgebruik toe met de leeftijd. Jongvolwassen jongens geven vaker dan jongvolwassen meisjes aan alcohol te hebben gedronken in de laatste vier weken en ook te drinken als zij alleen zijn. Ook geven jongens vaker aan dat hun vrienden het normaal vinden om 10 glazen op één dag of avond te drinken. Ditzelfde beeld zien we bij jongeren met een hoger opleidingsniveau. Zij geven vaker aan te drinken én dat vrienden het normaal vinden veel te drinken op een avond. Jongeren die aangeven moeite te hebben met rondkomen zijn vaker zware drinkers.
Drugs
Jongeren
Tussen 12 en 25 jaar neemt het drugsgebruik sterk toe. Het percentage West-Brabantse jongeren (2e en 4e klas VO) dat in 2021 aangaf ooit wiet/hasj (cannabis) te hebben gebruikt, lag op 7% (2% van de tweedeklassers en 12% van de vierdeklassers). Onderstaand kaartje toont de percentages per gemeente. Het recente gebruik (= de afgelopen 4 weken) bedraagt 4%.
Jongvolwassenen
Onder jongvolwassenen ligt het drugsgebruik een stuk hoger: 44% heeft ooit drugs gebruikt, vaak cannabis (39%). Het recente cannabisgebruik ligt met 13% een stuk lager dan het ‘ooit-gebruik’. 24% van de jongvolwassenen heeft ooit harddrugs gebruikt. Het recente gebruik is 8%.
Onder jongvolwassenen gebruiken jongens vaker cannabis dan meisjes, maar is het totale recente drugsgebruik ongeveer gelijk (18%). En met de leeftijd neemt het gebruik toe: van 11% bij 16- en 17-jarigen tot 20% bij de 21/25-jarigen. Tussen opleidingsniveaus zijn er geen verschillen in recent drugsgebruik naar opleidingsniveau. Wel hebben hoogopgeleide jongvolwassenen vaker ooit harddrugs gebruikt dan de lager opgeleide jongvolwassenen. Jongvolwassenen die moeite hebben om rond te komen, gebruiken aanzienlijk vaker drugs dan jongvolwassenen die geen moeite hebben om rond te komen: 30% versus 9%. Zowel bij cannabis (21% versus 9%) als bij harddrugs (13% versus 6%) zijn deze verschillen aanwezig.
Wat werkt?
Bevorder een gezonde leefomgeving voor inwoners
Stimuleer een gezonde leefomgeving in uw gemeente, waarin het gebruik van middelen en roken als ‘niet normaal’ wordt gezien. Denk hierbij niet alleen aan een gezonde schoolomgeving, maar ook aan een gezonde sportomgeving, een gezonde buurt en wijk, een gezonde vrijetijdsomgeving en een gezonde digitale omgeving. Dit kan via succesvolle integrale aanpakken, zoals de Gezonde School, JOGG, Gezonde Kinderopvang, Gezonde Buurten, TeamFit en Gezond UIT.
Effectieve lokale drugspreventie
De populariteit van verschillende drugs verschilt per gemeente. Een gerichte lokale aanpak kan daarom effectief zijn om drugsgebruik tegen te gaan. Bijvoorbeeld via de inzet van bewezen effectieve interventies op scholen.
Samen met relevante lokale en regionale netwerkpartners kan de gemeente een drugspreventiebeleid opstellen. Een effectief drugs- (en overigens ook alcohol) beleid is gebaseerd op een aanpak waarin regelgeving, educatie en toezicht en handhaving in samenhang worden ingezet, waar nodig aangevuld met zorg of verwijzing. Dat betekent dat wordt samengewerkt met verschillende partners. Bijvoorbeeld Novadic Kentron, de GGz, de GGD, scholen, welzijnsorganisaties en de politie.
Lokale data van de netwerkpartners kunnen helpen om een profiel te schetsen van onder meer risicofactoren en de mate van gebruik van verschillende drugs. Daarna kunnen passende beleidsmaatregelen en erkende interventies worden ingezet. Het Trimbos-instituut heeft veel kennis over drugspreventie in huis en werkt aan een Modelplan Lokaal Drugsbeleid voor gemeenten.
Opgroeien in een Kansrijke Omgeving en voorkomen van middelengebruik
De aanpak Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO) helpt gemeenten om op een effectieve manier het alcohol-, tabaks- en drugsgebruik door jongeren te voorkomen en daarmee hun welzijn te verbeteren. OKO is een Nederlandse aanpak gebaseerd op het succesvolle IJslandse preventiemodel. In IJsland is het gelukt om in twintig jaar tijd een enorme afname in het middelengebruik onder jongeren te realiseren. Alle partijen in een gemeente werken samen aan het creëren van een positieve leefomgeving voor jongeren, zowel thuis (in het gezin) en op school, als in de vriendenkring (peergroep) en in de vrije tijd. Beschermende factoren worden waar mogelijk versterkt en risicofactoren aangepakt. De netwerkaanpak van OKO richt zich op monitoring, dialoog, beleidsvorming en uitvoering. Het langetermijndoel van OKO is het laten opgroeien van een gezonde en gelukkige generatie jongeren.
Landelijke kennis over OKO is beschikbaar bij het Trimbos instituut. Vanuit de SPUK zijn er middelen beschikbaar voor het opzetten en uitvoeren van het programma OKO. En ook voor het monitoren van de lokale uitvoering en de inzet van interventies uit de databank van het Centrum Gezond Leven van het RIVM.
Leeftijdsgrens op verkoop van alcohol
Sinds 2014 is de leeftijdsgrens voor verkoop van alcohol 18 jaar. Samen met preventieve activiteiten is het toezicht en de handhaving van deze leeftijdsgrens door gemeenten essentieel bij het voorkomen van middelengebruik. Recente cijfers over naleving laten echter zien dat jongeren nog steeds gemakkelijk aan alcohol kunnen komen.
De afgelopen jaren zijn er diverse instrumenten ontwikkeld voor een effectief toezicht op – en naleving van – de leeftijdsgrens. Bijvoorbeeld een handreiking en een blauwdruk voor een Preventie en Handhavingsplan voor gemeenten. Ook hierover is meer informatie te vinden bij het Trimbos-instituut.
Vroegsignalering van alcoholproblematiek
Om ernstig problematisch alcoholgebruik te voorkomen is het belangrijk om mensen met een (beginnend) alcoholprobleem optijd te herkennen en snel effectieve hulp te bieden. Dit kan door een lokaal samenwerkingsverband op te zetten. Door het betrekken van professionals, vrijwilligers en naasten kan het makkelijker worden om alcoholproblemen te signaleren, hulp te bieden of door te verwijzen naar de juiste hulp. Het Samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholproblematiek (SVA) heef hiervoor verschillende screeningsinstrumenten en interventies ontwikkeld. Deze tools kunnen mensen helpen bij het signaleren en erkennen van problemen met alcoholgebruik. Ze zijn er voor verschillende doelgroepen zoals jongeren, 55-plussers en zwangere vrouwen. Ook bij het Expertise Centrum Alcohol is veel informatie beschikbaar over preventie en vroegsignalering. Via de SPUK zijn er middelen beschikbaar voor het opzetten en uitvoeren van een programma Vroegsignalering Alcoholproblematiek.
Terugdringen van roken
Extra inzetten op het terugdringen van roken is van belang om het doel van een rookvrije generatie te behalen zoals opgenomen in het Nationaal Preventieakkoord. Gemeenten hebben hierin een belangrijke rol. Zij kunnen de rookvrije generatie als thema met concrete doelen en activiteiten opnemen in een Lokaal Preventieakkoord of de Nota Gezondheidsbeleid. Bijvoorbeeld:
- Stimuleer het invoeren van rookvrije plekken in de gemeente zoals rookvrije sportverenigingen, kinderboerderijen, zwembaden, scoutinggroepen en speelplekken.
- Beperk de beschikbaarheid en zichtbaarheid van tabak.
- Versterk het handhavingsbeleid door handhavers te trainen en in te zetten op leeftijdscontrole bij tabaksverkoop en het uitdelen van sancties.
- Zet landelijke campagnes lokaal in, zoals Stoptober of PUUR rookvrij en/of zorg voor lokale campagnes.
- Zet erkende interventies in op het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs. Focus bij interventies voor jongeren van 15,5 jaar en ouder op het versterken van zelfcontrole en verandering van de sociale norm.
Een gemeente kan uiteenlopende rollen kiezen om het tabaksgebruik terug te dringen. Ons advies is daarbij is om voor meerdere rollen te kiezen:
- Rolmodel: geef het goede voorbeeld door bijvoorbeeld gemeentelijke gebouwen rookvrij te maken.
- Ondersteuner: ondersteun initiatieven en organisaties, zoals sportverenigingen en scholen. Dit kan een lokale verenigingsadviseur of buurtsportcoach zijn die langskomt en meedenkt of een wethouder die een rookvrij-bord op een sportterrein onthult.
- Aanjager: stimuleer organisaties op proactieve wijze om rookvrij te worden. Roep op tot – en geef bekendheid aan – rookvrije initiatieven.
- Regelgever: stel regels of pas lokale regelgeving aan om rookvrije locaties te creëren of stimuleren. Bijvoorbeeld subsidievoorwaarden, verhuurconstructies en vergunningen voor evenementen. Ook kun je als gemeente de plaatselijke verordeningen aanpassen of rookvrije omgevingen opnemen in de omgevingsvisie.
Op www.rookvrijegeneratie.nl is onder het kopje ‘gemeenten’ een stappenplan beschikbaar voor gemeenten om te werken aan het thema rookvrij.
Erkende interventies
Voor het voorkomen of verminderen van middelengebruik bestaan in Nederland verschillende erkende interventies. We noemen hieronder enkele voorbeelden. Meer erkende interventies zijn te vinden in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) en op de website van het Trimbos-instituut.
Voorkomen van middelengebruik onder jongeren
De erkende interventies die middelengebruik willen voorkomen worden vaak op school ingezet. Zij zijn meestal gericht op de jongere zelf, maar ook ouders worden regelmatig betrokken. Daarnaast zijn er preventieve interventies die zich richten op de omgeving van kinderen en jongeren. Zij beïnvloeden bijvoorbeeld ouders of horecapersoneel om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren minder in aanraking komen met middelen.
Werk via de Gezonde School-aanpak aan het thema ‘Roken en alcohol’ voor het primair onderwijs of ‘Roken, alcohol en drugs’ voor het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs.
Daarnaast kunnen voortgezet onderwijsscholen gebruikmaken van de interventie ‘Helder op School: smoke free challenge’. Ook biedt het programma ‘Helder Op School’ lessen aan voor de brugklas en het 3e en 4e leerjaar via ‘Frisse Start’ of ‘Samen Fris’.
Het verminderen van (problematisch) middelengebruik onder jongeren
Er zijn verschillende erkende interventies voor risicojongeren of jongeren die al (problematisch) middelen gebruiken. De meeste interventies richten zich op de jongere zelf, maar er zijn ook interventies die zich richten op de omgeving van de jongere.
Zo is Moti-4 een laagdrempelig gesprekstraject voor jongeren van 14-24 jaar, die in de problemen dreigen te raken door middelengebruik, gokken of gamen. Ook jongeren die mogelijk verslaafd zijn komen in aanmerking voor Moti-4, als ze (nog) niet gemotiveerd zijn voor hulpverlening of hun problematiek te licht is voor hulpverlening bij beginnend problematisch gedrag.
Moti-4
Verminderen van problematisch middelengebruik onder volwassenen
Jellinek Online Zelfhulp: voor volwassenen (18+), die op een riskante manier alcohol, tabak, cannabis of cocaïne gebruiken of gokken en die op eigen kracht en in hun eigen tijd willen minderen of stoppen.
Jellinek zelfhulp
Laagdrempelige ondersteuning van mensen bij het veranderen van hun drugsgebruik door het vergroten van inzicht, kennis en vaardigheden. Deelnemers registreren hun gebruik en maken online opdrachten. Anoniem, zelfstandig en in de eigen tijd. In de eerste stappen wordt geholpen een weloverwogen beslissing te nemen over het veranderen van het gebruik. Vervolgens wordt via zelfcontroletraining en vaardigheidstraining geprobeerd problematisch gedrag te doorbreken en terugval te voorkomen.
Alcoholpreventie voor volwassenen
IkPas: challenge gericht op inwoners (18+) voor wie het regelmatig drinken van alcohol een gewoonte vormt. Doel is het verminderen van alcoholgebruik in Nederland. IkPas kan zowel landelijk worden ingezet als regionaal en lokaal.
IkPas
Bij de werving ligt de nadruk op het informeren en enthousiasmeren van mensen om mee te doen. Deelnemers registreren zich op de website van IkPas, waarmee ze zich committeren. Daarna start het niet drinken voor minimaal 28 dagen. Aan het einde ontvangen deelnemers een diploma en worden ze geattendeerd op verdere mogelijkheden ter ondersteuning. Deelnemers zijn zich na afloop meer bewust van het eigen alcoholgebruik en gemotiveerd om dit te veranderen. Ook hebben zij vaardigheden ontwikkeld om in de toekomst beter om te gaan met alcoholgebruik. De intermediaire doelgroep betreft diverse professionals die IkPas lokaal promoten. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn: huisartsen, bedrijfsartsen, behandelaars in de ggz/verslavingszorg, medewerkers van de GGD of gemeenten en bedrijven.
Terugdringen van roken
Voor hulp bij stoppen met roken in groeps- of individueel verband biedt SineFuma zowel live als online interventies: Rookvrij! Ook Jij?
Lokale + regionale samenwerking
De gemeente is de regisseur van integraal beleid in bijvoorbeeld de lokale uitgaansgebieden, als het gaat om alcohol, drugs en tabak. De regionale instelling voor verslavingszorg is samen met de GGD nauw betrokken bij de inhoud en uitvoering. In de regio (West-)Brabant is Novadic Kentron (NK) dé expert voor verslavingszorg en verslavingskunde. Ook op het gebied van preventie. Het Trimbos-instituut faciliteert deze partijen met kennis en kunde.