Overslaan en naar de inhoud gaan

You can translate this website using Google Translate. When you select a language there will be data sent to Google.

We are not responsible for the quality of the translation.

Close
Veelgestelde vragen1 tot 2 jaarMijn kind heeft regelmatig driftbuien, wat kan ik doen?

Mijn kind heeft regelmatig driftbuien, wat kan ik doen?

Driftbuien horen bij de ontwikkeling van je kind. Hoewel driftbuien normaal zijn, kunnen ze wel vervelend zijn. Wat is een driftbui en hoe ga je er op de juiste manier mee om?

Wat is een driftbui?

Vanaf de leeftijd van 1 jaar gaan kinderen steeds meer hun eigen ik ontwikkelen. Regelmatig lopen ze ertegenaan dat iets hen nog niet lukt of dat iets niet mag zoals zij het zouden willen. Hierdoor kan frustratie ontstaan waardoor de stemming gemakkelijk omslaat. Kinderen gaan dan bijvoorbeeld gillen, schreeuwen, stampvoeten of op de grond liggen. Dit noemen we een driftbui.

We vinden een driftbui vaak vervelend. Iedere ouder reageert anders. Soms volgt straf voor het kind. Daarmee kun je onbedoeld negatieve aandacht geven. Kinderen zijn tijdens de peuterleeftijd erg gevoelig voor aandacht. Het maakt hen vaak niet uit of het positieve of negatieve aandacht is. Wanneer je je kind bij een driftbui negatieve aandacht geeft, kan hij zich de volgende keer weer zo gedragen om aandacht te krijgen. Hieronder geven we je tips over hoe je een driftbui kunt voorkomen en wat je kunt doen als je kind toch een driftbui heeft. Probeerde je al onze tips al eens en werkt het niet? Maak dan een afspraak bij de GGD.

Hoe voorkom je een driftbui?

  • Leer je kind een paar vaste regels die bij jullie thuis altijd gelden. Leg ook uit waarom je deze regels hebt of waarom iets niet mag.
  • Wees consequent in het gebruik van deze regels. Je kind weet dan waar de grens ligt, waardoor een driftbui minder snel ontstaat.
  • Krijgt je kind toch een driftbui? Besteed er dan geen aandacht aan, mits de situatie dat toelaat.
  • Probeer zoveel mogelijk een vaste structuur in te bouwen op een dag. Denk hierbij aan vaste etenstijden en een vast slaapritueel. Dit geeft duidelijkheid aan een kind.
  • Probeer je kind voor te bereiden op wat er gaat komen. Je kunt je kind dit vertellen aan het begin van de dag of kort voor een activiteit. Voor sommige kinderen is een dagindeling met plaatjes duidelijker.
  • Stel redelijke verwachtingen aan je kind.
  • Probeer zoveel mogelijk vooraf in te spelen op een situatie. Bijvoorbeeld door spullen waar je kind niet aan mag komen buiten zijn bereik en/of zicht te zetten. Dan hoef je ook niet steeds ‘nee’ te zeggen.
  • Zorg ervoor dat jij zelf je kind vermaakt of dat hij iets heeft waarmee hij zichzelf kan vermaken. Een kind dat niets te doen heeft, gaat op zoek naar vermaak. Vaak gaat hij dan iets doen wat je liever niet wilt.
  • Geef je kind complimenten als hij zich netjes gedraagt. Zeg wat hij goed doet. Je kind zal dan vaker gewenst gedrag laten zien.